Mijn herstelverhaal

Ik heb mijn herstelverhaal geschreven over de impact van het op jonge leeftijd verliezen van mijn vader.

Een herstelverhaal is niet zomaar een verhaal. Het is een persoonlijk verhaal van kracht en hoop. Vallen en opstaan. Mijn herstelverhaal is een beschrijving van mijn ervaringen, inzichten in het leren omgaan met mijn kwetsbaarheden en wat mij tot steun is geweest tijdens het aangaan van mijn herstel-en veranderproces.

Daarnaast heb ik van mijn herstel-en veranderproces divers beeldmateriaal. Deze wil zal ik delen tussen de tijdlijn.

Mijn jeugd (leeftijd 0 – 14 jaar (1978-1993))

Op 21 december 1978 even na half één s ’nachts zag ik het levenslicht. Mijn start was niet vlekkeloos. Ik ben met behulp van een vacuümpomp ter wereld gekomen. Ik was blauw, omdat de navelstreng om mijn nekje zat. Mijn moeder heeft mij heel kort gezien omdat ik met een noodvaart naar een couveuse werd overgebracht. In totaal hebben mijn moeder en ik negen dagen in het ziekenhuis gelegen.

Ik heb een goede jeugd gehad, ik was een gewenst kind. Ik kom uit een hecht gezin. Vaak benoem ik dit als een ‘huisje-boompje-beestje’ gezin. Rust, reinheid en regelmaat waren vanzelfsprekend. Mijn ouders leefde harmonieus. Woordenwisselingen kan ik mij niet herinneren. Ze waren streng, maar rechtvaardig. Warmte, gezelligheid, samenzijn, beleefdheid en respect waren belangrijk binnen ons gezin. We hadden het niet breed, maar waren wel gelukkig. Iedere zomervakantie gingen we 3 weken naar Biberwier, Oostenrijk.

Mijn ontwikkeling verliep vlot en zonder bijzonderheden. Mijn moeder had een groepje vriendinnen met allen een kind die vlak voor of na mij geboren zijn. Hierdoor kon zij mijn groei en ontwikkeling goed vergelijken. Met één jaar was ik al zindelijk. Motorisch was ik goed. Ik kon al snel zonder zijwieltjes fietsen en voor mijn 5e verjaardag had ik al twee zwemdiploma’s. Mijn fijne motoriek bleef wel wat achter. Puzzelen vond ik toen wel leuk, knutselen niet. Ik was meer van het bewegen. Urenlang kon ik met vriendjes en vriendinnetjes op mijn fiets door de wijk racen. Toen ik wat ouder was, speelde ik vaak met Lego. Ik bouwde voor de kast in de huiskamer hele dorpen en kon hier vervolgens weken zoet mee zijn.

De eerste twee jaar groeide ik op in Leiden, daarna zijn we verhuisd naar Zoeterwoude waar mijn ouders een nieuwbouwhuis hadden gekocht. Ik hielp graag met klussen.
Voordat ik geboren werd, hadden mijn ouders al een hond. Naast de hond Jasper, hadden wij een konijn (Vlaamse reus), cavia’s, vissen en vogels.

Mijn moeder is na mijn geboorte niet meer aan het werk gegaan. Hierdoor was zij er altijd voor mij. Als ik uit school kwam, was er altijd iemand met wie ik een kopje thee dronk met iets lekkers erbij. Destijds leek het mij weleens leuk over te blijven of uit school door iemand anders te worden opgehaald. Nu waardeer ik het juist dat er altijd iemand was.

Mijn vader was kostwinnaar. Hij werkte vijf dagen per week van negen tot vijf uur. Kwart over vijf was hij thuis en gingen wij aan tafel. Behalve op maandag dan was hij later. Hij ging altijd naar mijn oma, zijn moeder, om koffie te drinken. Mijn moeder kookte altijd, vers en zonder pakjes.

Toen ik twee jaar was, ging ik naar de peuterspeelzaal. Met vier jaar naar de kleuterschool, ‘de Hellebellen’ en aansluitend naar de basisschool, de Corbulo. Ik ben nooit blijven zitten. Aan deze tijd heb ik goede herinneringen.

Daarna ging ik naar het Rembrandt S.G., middelbare school, in Leiden. Bij het zoeken naar een nieuwe school was de keuze snel gemaakt. Het was een kleine en gezellige school. Ik kwam in een brugklas waar ze wat meer aandacht gaven aan rekenen en taal. Op het Rembrandt heb ik een van mijn beste vriendin, Mary-Lou, leren kennen.

In de weekeinden ondernamen we als gezin altijd iets. Iedere zaterdagochtend gingen we naar de markt in Leiden voor verse groenten en fruit. Op de terugweg dronken we altijd koffie bij opa en oma, de ouders van mijn moeder. Op zondag gingen we naar het bos dan wel strand met de hond, fietsen of naar de dierentuin in Wassenaar. Op zondagochtend, terwijl mijn moeder uitsliep, speelden mijn vader en ik samen urenlang spelletjes.

Op woensdagmiddag was ik vrij van school. Mijn moeder en ik ondernamen altijd iets. Vaak gingen wij op de fiets naar opa en oma (haar ouders) en samen met oma naar de markt. Ik kreeg van oma altijd een handjevol zachte dropjes met een suikerlaagje. Toen ik ouder werd, ging ik vaak met opa mee naar zijn volkstuintje en dan vooral als het oogsttijd was. Soms gingen we met de bus naar een vriendin van mijn moeder en dan speelde ik met hun zoon en dochter. Met de zoon haalde ik veel kattenkwaad uit. Mijn vader kwam ons met de auto ophalen zodra hij klaar was met werken.

De band met mijn vader is altijd beter geweest dan met mijn moeder. Een echt vaderskind was ik. Ik hielp mijn vader graag met klussen in huis en met het ontwikkelen van foto’s in de doka. 

Mijn ‘puberteit’* (leeftijd 14 – 23 jaar (1993-2002))

Eind augustus 1993 gingen wij als gezin drie weken naar Oostenrijk en we bezochten onder andere het Kaunertal. Mijn vader zei ‘dit is de mooiste plek op aarde’. Een van de laatste dagen van de vakantie gaf mijn vader aan dat hij zich niet lekker voelde en vroeg mijn moeder terug te rijden naar ons vakantieappartement in Biberwier. Dit was vreemd, mijn moeder reed namelijk nooit als mijn vader erbij was.

Terug in Nederland ging hij naar de dokter en niet veel later lag hij in het ziekenhuis. Drie maanden heeft mijn vader gestreden tegen kanker. Tijdens zijn laatste operatie bleek dat de artsen niets meer voor hem konden betekenen.

Drie dagen voor zijn overlijden werd hij met spoed in het ziekenhuis opgenomen, hij was in coma geraakt. Bij iedere bezoekmogelijkheid ging ik mee. Behalve die fatale zaterdagavond. Op 20 november 1993 om 21.15 uur overlijdt mijn vader, 51 jaar, in het bijzijn van mijn moeder.

Als veertienjarige kon ik moeilijk beseffen wat er allemaal gebeurde. Vragen stellen deed ik nauwelijks. Pas een paar weken voor zijn overlijden vroeg ik aan mijn moeder ‘wat is er met papa aan de hand?’ Toen kwam er pas een stukje besef, maar doordringen deed het nog niet. Hetzelfde gold voor zijn overlijden. We werden geleefd door de vele zaken die geregeld moesten worden.

Een week later ging ik gewoon weer naar school, alsof er niets was gebeurd. Ik zat in 3 mavo. Het geleefd worden ging over in overleven. Een soort van natuurlijke stand. Ik liet iedereen zien dat het ‘goed’ met mij ging.

Mijn moeder ging ondertussen haar eigen weg. Zij ruimde alle spullen van mijn vader op en van het tweepersoonsbed maakte ze een eenpersoonsbed. Ik liet het gebeuren en voelde er weinig bij. Ondertussen groeiden mijn moeder en ik verder uit elkaar, ieder met haar eigen afleiding. Praten over mijn vader werd niet gedaan.

Mijn overleven bestond vooral uit studeren. Na de mavo ben ik naar het mbo gegaan en daar heb ik Activiteiten Begeleiding gestudeerd. Na het behalen van mijn mbo-diploma (1999) ben ik naar het hbo gegaan. In 3 jaar heb ik mijn diploma Sociaal Pedagogische Hulpverlening gehaald. Doordat ik al een aanverwante mbo-opleiding had kon dit in 3 i.p.v. 4 jaar. Vanaf 2002 mag ik ‘bc’ voor mijn naam zetten. Ondertussen had ik mij ingeschreven voor de hbo-opleiding Management Middenkader Gezondheidszorg.

Ik had al snel door dat de opleiding Activiteiten Begeleiding te makkelijk was. In die tijd spijbelde ik veel en bestond vooral uit autorijlessen onder schooltijd nemen, tijdens lessen van specifieke docenten. Het voordeel was dat ik in één keer mijn rijbewijs haalde in 1997. Er ontstonden ook steeds vaker conflicten met docenten en andere leerlingen. Ik voelde mij vaak onbegrepen en uitte dit regelmatig in boosheid en weggaan, evenals blijven. Niet alleen voelde ik mij door anderen onbegrepen, ook mijzelf begreep ik regelmatig niet.

Een jaar na het overlijden van mijn vader gingen mijn moeder en ik samen naar Oostenrijk. De dag voor vertrek kwam de begrafenisondernemer de urn van mijn vader brengen. De laatste keer dat hij in het Kaunertal was gaf hij aan dit de mooiste plek op aarde vond. Samen met mijn moeder heb ik een plek uitgekozen waar we bij een beekje in het Krummgampental zijn as verstrooid hebben. Thuis hebben mijn moeder en ik van zijn laatste verjaardagsgeld en zijn trouwring een ring laten, daarin gegraveerd zijn naam en overlijdensdatum.

Datzelfde jaar kwam ik bij het Curium (kinder- en jeugdpsychiatrie) terecht. Vreemd genoeg werd hier nooit over het overlijden van mijn vader gesproken. Ondertussen nam het dissociëren toe en ik ging mij er niet beter door voelen. Na vier jaar is het traject bij het Curium gestopt en ben ik ‘alleen’ verder gegaan.

Inmiddels had ik een leeftijd bereikt dat ik mocht gaan werken. Een jaar na mijn vaders overlijden startte ik als weekendhulp in de verzorging bij het bejaardenhuis waar mijn opa en oma woonden. Ik heb dit 4 jaar gedaan en tijdens schoolvakanties hielp ik in de huishouding. Van de één op de andere dag was ik weg. De toenmalige directeur had de opzegtermijn in mijn contract doorgestreept. Hierdoor kon ik na mijn sollicitatiegesprek in 1998 direct in de gehandicaptenzorg starten.

Precies twee jaar na het overlijden van mijn vader stierf op 20 november 1995 mijn oma (de moeder van mijn moeder). Mijn oma lag op de afdeling waar ik werkte. Soms deed de situatie zich voor dat ik mijn oma moest helpen met eten geven. Door haar dementie was het afscheid nemen minder heftig dan bij mijn vader. Mijn oma herkende mijn moeder en mij al jaren niet meer, net zoals mijn opa, haar partner.

De relatie met mijn andere oma (de moeder van mijn vader) was heel anders. Zij maakte mij juist heel boos en verdrietig door zelf in de slachtofferrol te gaan zitten. Zij vertelde wat ze allemaal niet meer kon, maar ondertussen (…soms tijdens mijn spijbelen…) kwam ik haar op plekken tegen waar ze ‘niet meer kon komen’. Uit respect ging ik naar haar verjaardag en andere noodzakelijke verplichtingen waar zij ook aanwezig was. Dit in tegenstelling tot mijn opa (de vader van mijn moeder) waar ik bijna dagelijks op bezoek ging. Mijn opa voelde als een echte steun voor mij.

Naast studeren had ik niet veel tijd voor hobby’s. Ik maakte hier geen tot weinig tijd voor vrij. Toch heb ik lang op zwemmen gezeten. Ik behaalde al mijn zwemdiploma’s en daarnaast deed ik aan waterpolo. Ik had meerdere cavia’s en fokte af en toe een nestje. In 1996 kochten mijn moeder en ik samen een puppy; Fleur. We gingen met haar naar een hondenschool waar vooral ik met haar trainde. Later ben ik behendigheidsport met haar gaan doen, maar Fleur vond alleen het onderdeel ‘de slurf’ leuk.

Binnenshuis verhuis ik naar zolder waar ik de hele etage voor mezelf heb evenals ruimte voor meer cavia’s. (Elf stuks is ooit het maximum geweest).

In 1999 krijgen we voor het eerst internet in huis. Dit was ook voor het hbo noodzakelijk. We begonnen met een inbelverbinding. Het e-mailadres van toen is anno nu (2019) nog steeds in gebruik.

Met mijn moeder ging ik ieder jaar naar Oostenrijk. We verhuisden van Biberwier naar Ehrwald, een dorp twee kilometer verderop. We gingen niet alleen in de zomer, maar structureel ook in de winter. Skiën werd voor mij steeds meer een uitlaatklep. Wij konden ons dit veroorloven, omdat mijn vader ons in financieel opzicht goed heeft achtergelaten. Ondanks dat de relatie met mijn moeder niet verbeterde, gingen we toch iedere keer weer samen op vakantie. Na het behalen van mijn rijbewijs ben ik voortaan de verre afstand gaan rijden.

De muziek van Fool’s Garden luisterde ik veel in mijn ‘puberteit’. Alsof het mij troost gaf.

* Schrijf ik tussen aanhalingstekens omdat ik door het overlijden van mijn vader, voor mijn gevoel, nooit echt een puberteit heb gehad. Ik was zo in mezelf gekeerd en vooral aan het overleven.

Wie ben ik?, Wat is er met mij aan de hand? (leeftijd 24 – 34 jaar (2003-2013))

Vol goede moed startte ik het laatste jaar van de managementopleiding Middenkader Gezondheidszorg. Toch voelde het niet goed. Ik voelde mij lichamelijk en geestelijk een steeds groter wrak worden. Ik snapte mezelf niet meer en wist niet goed wat ik met mezelf aan moest. Het weekend na de eerste twee schooldagen heb ik bij mijn moeder aangegeven dat ik wilde stoppen. Ze reageerde opgelucht. Ze zag het aankomen dat de opleiding voor dat moment te zwaar was. Niet veel later bracht ik een bezoek aan de huisarts en zij constateerde een zware depressie. Ik kreeg antidepressiva. Na 6 maanden merkte ik een kleine verbetering. Het plotselinge overlijden van mijn opa (in 2004) hakte er behoorlijk in.

Ik voelde mij altijd gelukkig in de sneeuw en op mijn ski’s. In de winter van 2004 was dat helemaal weg. Ik moest mijzelf continu voorhouden dat ik het vroeger leuk vond en daarvan kon genieten, zo ben ik de vakantie doorgekomen. In diezelfde vakantie nam ik het besluit dat ik alleen dingen wilde doen die ik daadwerkelijk leuk vond. Wij hadden het tijdschrift ‘Skiën’ van de ANWB mee en hier stond een advertentie voor de skilerarenopleiding van Snowsports Academie in. Ik heb mij opgegeven en in september datzelfde jaar deed ik het Nederlandse deel bij SnowWorld. In oktober ging ik een week naar Kaprun voor de Anwärter (Oostenrijkse skileraar diploma). Hier leerde ik Serina, nog steeds een vriendin van me, kennen. Ondertussen was ik aangenomen bij de Tiroler Skischule in Ehrwald om hier 5 maanden les te geven. Mooie en leerzame jaren. Hier leerde ik Imke kennen, met wie ik eveneens nog steeds bevriend ben, met haar werkte in het kinderland met kinderen in de leeftijd van drie tot vijf/zes jaar. Alhoewel het mooie en leerzame jaren waren vond ik het na vijf jaar mooi geweest en besloot ik te stoppen. Tijdens vakanties, heb ik incidenteel nog lesgegeven.

Het werken met kinderen was leuker dan verwacht, maar ook het acteren als mascotte van de skischool bleek goed bij mij te passen. In Nederland werkte ik doordeweeks met cliënten met een verstandelijke beperking en in de weekenden ging ik bij een kinderevenementenbureau Wonderland werken. Ik reisde alleen of met een groep het hele land door, daarbij optredend als verschillende personages. Als clown optreden vond ik zo leuk dat ik via de Clownerie in Nijmegen diverse modules heb gevolgd. Het clownen voelde als een ontdekkingstocht naar mezelf. Ik kon gek en lollig doen, uit mijn comfortzone treden en grenzen verleggen. Iedereen kende mij als de clown en wisten niet wat achter dat personage schuil ging.

Terwijl ik druk was met skiën en clownen, raakte ik ook steeds meer bekend met de wereld van de GGZ. Ik kreeg gesprekken en medicatie voor mijn depressie evenals vele onderzoeken. In 2008 kreeg ik de diagnose ADD waarvoor ik diverse soorten medicatie heb geprobeerd en leerde in een coaching groep beter met ADD om te gaan. Gedurende mijn deelname aan deze coaching groep vond er op mijn werk in de gehandicaptenzorg een traumatisch incident plaats. Een nieuwe collega at de medicijnkast leeg in een poging tot zelfmoord. Voor de tweede keer liep ik PTSS op. Na anderhalf jaar ziektewet en vele pogingen om terug te keren op de werkvloer moest ik er na 12,5 jaar dienstverband een punt achter zetten. De angst om terug te keren op de werkvloer waar het voorval van de collega had plaats gevonden en terrein van de zorginstelling bleef heel hoog. Nazorg kwam na incident slecht op gang.
Mijn doorzettingsvermogen bleek echter groot, want en uur na het incident was ik op de basisschool, waar ik als Pedagogisch Medewerkster ook werkzaam was. Een paar maanden eerder was mij een contract aangeboden voor zowel overblijf op school als buitenschoolse opvang. Ondanks dat ik bij de ene werkgever in de ziektewet zat, bleef ik bij de andere, kinderopvang, werken. Ook tijdens mijn eerste opname bij de GGZ deed ik dat. Ik genoot van kinderen en ze gaven mij voldoening.

Tijdens deze eerste opname werd ik doorverwezen naar Centrum Eetstoornissen Ursula. Door alle spanningen rondom het incident ging ik steeds slechter eten. Slechts 56 kilo wegen voor iemand van 1.85 meter was niet meer gezond. Daarnaast onderging ik een uitgebreid psychologisch onderzoek. Hierbij kwam naar voren dat ik een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) had. Twee jaar later vond er wederom een psychologisch onderzoek plaats, hier kwam uit dat ik het verlies van mijn vader nog niet verwerkt had.

Niet alleen geestelijk, ook lichamelijk verliep het niet ongecompliceerd. Ik had diverse onverklaarbare symptomen en ben hiervoor opgenomen geweest in het ziekenhuis.
Bij thuiskomst van de laatste twee winterseizoenen als skilerares in Ehrwald kon ik vrijwel direct geopereerd worden aan mijn knie. In Oostenrijk waren alle vooronderzoeken al gedaan.
Behalve mijn knie, gingen ook mijn kaken regelmatig uit de kom. Een jaar na elkaar werden mijn kaakkommen operatief verwijderd. In de zomer van 2013 ging ik met Imke op surfcamp. Even later ging ik naar Oostenrijk op vakantie. Twee dagen voor vertrek moest ik nog een overblijfdienst op school draaien. Ik speelde met groep 5 mee met touwtje springen. Ik draaide het touw en de kinderen sprongen. Daarna kreeg ik steeds meer pijn in mijn schouder. De twee weken vakantie waren niet aangenaam. Na twee maanden werd de diagnose Amyotrofische schouderneuralgie gesteld.

Ondanks alle onprettige dingen die op mijn pad kwamen, bleef ik naar bijzondere en nieuwe ervaringen zoeken. Ik leerde Vincent kennen via het depressie forum en er ontstond een hechte vriendschap. We gingen regelmatig kamperen. Kamperen was iets dat ik nooit met mijn ouders had gedaan. We lieten ons door barre weersomstandigheden, zoals regen, storm, onweer en tropische temperaturen niet uit het veld slaan. Met een collega van de skischool ging ik naar Tsjechië en Italië. Het was alsof er nog iets van mijn puberteit loskwam. Ik ging met Imke golfsurfen in Zandvoort en later woonde we daar een Surfcamp van dezelfde school bij. Ik ging paragliden in Oostenrijk en deed diverse jaren mee aan het Rembrandt festival in Leiden. Eerst als figurant door de stad, later als levend standbeeld (badend Hendrikje) en als acteur bij ‘De nacht van Rembrandt’. In de decembermaanden ging ik samen met Astrid zwarte piet spelen. Vanaf 2006 speelde ik samen met de buurjongen een sinterklaas en zwarte piet duo, maar door zijn verhuizing hield dit op. Samen verzorgden Astrid en ik nu huisbezoekjes in de regio Zoetermeer op sinterklaasavond en we hadden de grootste lol. Net als bij het clownen kon ik alles opzijzetten.

Huisdieren hebben altijd een speciale rol. In het eerste winterseizoen in Oostenrijk heb ik zelfs een cavia gekocht. Zij ging daarna ieder jaar mee, net als haar maatjes. Ons hondenaantal werd uitgebreid. Naast Fleur (✝ 2012, 17,5 jaar), kwamen Noor en Amy bij ons wonen, allemaal Engelse Cocker Spaniëls. We fokte regelmatig een nestje puppy’s. De wens van mijn moeder was altijd om moeder en dochter in huis te hebben. In 2008 werd Britt geboren via een keizersnede. We mochten bij de operatie aanwezig zijn. Daarna hadden we vier honden en we namen ze overal mee naar toe, ook op vakantie. Dieren horen in mijn leven, bij zowel goede als slechte momenten bieden zij mij grote steun.

Daarnaast heb ik, net als mijn ouders, iets met auto’s. Mijn allereerste autootje was een knaloranje Suzuki Alto. Hier ging ik ook mee naar de sneeuw. Net als de blauwe Alto die ik twee jaar later kocht, omdat de oranje te veel mankementen kreeg. Van dit blauwe exemplaar heb ik ook niet lang mogen genieten. Een paar dagen voor ik naar Oostenrijk zou vertrekken om te gaan werken in de skischool, waren we met Amy in Den-Haag voor een oogonderzoek voor een nieuw nestje (waar Britt in zat). Ik remde op tijd om iemand voor te laten. Het busje achter mij had dit te laat door, maar had tevens zijn steigerpalen op het dak niet vastliggen. Deze kwamen dwars door de auto. Als Amy op dat moment achterin had gezeten, was ze dood geweest. Noodgedwongen heb ik toen de Ford Fusion van mijn moeder over moeten nemen en zij heeft eerder dan eigenlijk gepland een nieuwe auto besteld. In 2010 besloot ik om een auto te kiezen die ik zelf wilde. Na het stoppen in de gehandicaptenzorg werd een flink bedrag uitgekeerd en hiervan heb ik mijn Ford Fiesta gekocht. Gloednieuw en helemaal naar mijn wens. En alsof het zo moest zijn, een kenteken die eindigde op NewKarSteef met daarachter het cijfer 4, symbool voor mijn vierde auto.

Verlaat Verdriet verwelkomen in mijn leven (leeftijd 35 – 37 jaar (2014-2016))

Na de uitslag van het psychologisch onderzoek waarin vermeld stond dat ik het verlies van mijn vader nog niet had verwerkt, werd er van alles in gang gezet. Voor het eerst leek ik mij in een diagnose te kunnen vinden. Vreemd genoeg durfde ik steeds meer terug te kijken naar mijn verleden en het overlijden van mijn vader. Ik zocht naar informatie over jong ouderverlies en de levenslange invloed daarvan. Ik kwam onder andere terecht op een website van verlaatverdriet.nu, voor mij een feest der herkenning.

In het voorjaar van 2014 startte ik met creatieve therapie. Na een paar weken begon ik aan een beeld. Later kreeg dit beeld de naam mijn ‘Papabeeld’. Ik wilde het beeld plaatsen in het Kaunertal in Oostenrijk op de plek waar mijn moeder en ik in de zomer van 1994 de as van mijn vader hadden uitgestrooid. In mei 2014 ging ik alleen op reis naar Oostenrijk, een zogeheten ‘Droomreis’. Ik plaatste het door mij ontworpen beeld van Sculpture Block op de gewenste plek, twintig jaar na het uitstrooien van de as van mijn vader. Niet alleen plaatste ik het beeld, ik nam ook twee stenen uit het Kaunertal mee (gesteente uit het Kaunertal is roestbruin van kleur en van dichtbij lijkt er een gouden glinstering in te zitten). De volgende dag maakte ik een wandeling door Ehrwald. Ik bezocht het bankje van mijn moeder en mijzelf, ter ere van ons 35-jarige jubileum in de Zugspitzarena. Bij beide bankjes nam ik twee stenen mee. Terug in het vakantieverblijf graveerde ik alle stenen met de voornaam waar ik deze mee had genomen. Zo had ik twee stenen geraapt bij mijn bankje in het Moos waar ik mijn naam op graveerde. Twee stenen die bij mijn moeder haar bankje, in het Lärchenwald, kwamen waar ik Tine op graveerde en twee stenen uit het Kaunertal waar ik Papa 2014 op graveerde. De twee daaropvolgende dagen bezocht ik beide bankjes weer evenals het Kaunertal. De stenen plakte ik vast. Zo lag er in het Kaunertal een steen meegenomen bij het bankje van mijn moeder en eentje meegenomen bij mijn bankje waardoor het voor mij als verbinding voelde.

Jaarlijks ga ik terug naar het Krummgampental in het Kaunertal. De geboortedag van mijn vader is op 18 september en vaak valt dit samen met mijn vakantie in Ehrwald. Het is een fijne en rustgevende plek. Ik snap dat mijn vader zei ‘dit is de mooiste plek op aarde’.

Het beeld terugzien is iedere keer weer een verrassing. Het is gemaakt van materiaal dat extreme weersomstandigheden aan kan. In de winter kan het op 2750 meter hoogte gerust -20°C zijn en ligt er maandenlang sneeuw. Drie jaar na het plaatsen hebben o.a. bevers hun oog laten vallen op het beeld en geprobeerd eraan te knagen. Wanneer ik erheen ga neem ik altijd lijm mee om mijn ‘Papabeeld’ te restaureren of verder in te bouwen met stenen. Regelmatig is het voorgekomen dat bevers mij tijdens deze bezigheden zaten toe te kijken. Ik heb vrede met de veranderingen van mijn ‘Papabeeld’, het smelt steeds meer samen met de natuur.

In het najaar van 2014 kwam ik in contact met Titia Liese, een Verlaat Verdriet-deskundige. Niet veel later gaf ik mij op voor de Basisworkshop ‘Verlaat Verdriet’. Het was intensief, confronterend, emotioneel, maar zo waardevol. Alle kennis die ik uit boeken op had gedaan, ging ik steeds meer bij mezelf herkennen. Fijn om keer op keer bevestiging te krijgen dat mijn problematiek, waar ik jarenlang met vraagtekens mee heb rondgelopen, een naam heeft: Verlaat Verdriet.

Na de basisworkshop gaf ik mij op voor de workshop ‘Heel je leven’, een biografische workshop. Hierbij maakte ik mijn levenspanorama. De vele herinneringen die naar boven kwamen kon ik hierin verwerken. Mij werd al snel duidelijk dat ik een goede, stabiele en gelukkige jeugd heb gehad. Mijn basis is aanwezig, maar vanaf het moment van het overlijden van mijn vader, op 14-jarige leeftijd, raak ik het contact met mezelf, mijn moeder en de wereld kwijt. Ik ging volledig in overlevingsstand.

In het voorjaar van 2015 startte de jaartraining, ‘De kunst van het verbinden’. De eerste dag kwam pas het échte besef dat mijn vader dood is. Ik heb de hele dag gehuild, niet beseffende dat dit een cruciaal punt was. Een paar dagen later kwam ik bij de psychiater en zij condoleerde mij. Zo voelde het ook, alsof ik mijn vader net verloren had, dat bracht een intens verdriet van missen.

Na overleg met Titia hebben we samen een alternatieve jaartraining uitgestippeld. Ik had tijdens de eerste dag van de jaartraining het gevoel dat ik op een ander niveau zat. Dit gevoel had ik ook bij de Basisworkshop. Voordat ik aan mijn herstel- en veranderingsproces begon, had ik mijn ‘Papabeeld’ en ‘Droomreis’ al gemaakt. Alsof ik het proces in een andere volgorde was aangegaan, mijn volgorde, waarbij ik mijn hart volgde en deed wat op dat moment goed voelde.

In november 2015 was de allerlaatste Boomplantdag in het Wilhelminabos in Dronten. Ik heb mij opgegeven. In dit bos staan glasplaten waar namen van overledenen aan kanker in gegrafeerd zijn. Op de glasplaat, waar mijn vaders naam op staat, heb ik een hart van Sculpture Block geplakt. Op een speciaal stuk grond kon één boom worden geplant. Ik heb er echter twee geplant, samen met Titia en Vincent. De boom die ik gepland heb is een eik. De andere boom, een kastanjeboom is van stekje uit onze tuin. Toen ik nog klein was hebben we tijdens een boswandeling een kastanjestekje gevonden. Die hebben we toen thuis in de tuin gezet zodat deze kon uitgroeien tot een boom, meer dan 20 jaar later kreeg deze boom een stekje, en deze heb ik in het Wilhelminabos naast de eik gezet. Tijdens het planten van de bomen heb ik wederom verbindingen proberen te maken. Zo heeft ieder een steen uit het Kaunertal erbij gelegd. Ik heb een hart van Sculpture Block gemaakt en een hart van leisteen uit Oostenrijk welke beplakt is met steentjes uit het Kaunertal en kiezels die ik heb gevonden bij beide bankjes in Ehrwald.
Sinds de Boomplantdag ga ik regelmatig terug naar het Wilhelminabos om te kijken en er gewoon te zijn. Ik geniet van de stilte en de rust.

Tijdens mijn gehele proces heb ik veel geschreven. Schrijven werkt voor mij helend. Eind 2015 besloot ik mijn ervaringen met betrekking tot mijn veranderings- en herstelproces te gaan bundelen. Omdat ik herstellende was van mijn appendicitis acuta operatie, had ik de ruimte om mijn notities te ordenen. Ik blijf het verwonderlijk vinden dat ik die ochtend bij de pijnpoli zat vanwege een langdurige, hevige pijn in mijn rechterschouder (Amyotrofische schouderneuralgie) en dat ik diezelfde avond, op een andere locatie van hetzelfde ziekenhuis, op de Eerste Hulp terecht kwam. De volgende dag werd ik met spoed geopereerd. Wederom een blijk van mijn doorzettingsvermogen.

Ik werkte niet alleen aan mijn veranderings- en herstelproces d.m.v. de workshops van Titia. Tevens volgde ik creatieve therapie en Haptotherapie. Voor mij goede hulpmiddelen voor herstel. Wat ik in woorden slecht uit kon drukken, lukte mij via mijn handen en creativiteit wel. Ik maakte diverse schilderijen over mijn verleden om verbinding te kunnen leggen met het heden en eveneens met mijn kwaliteiten. Het was niet eenvoudig, maar ik leerde buiten mijn comfortzone te treden.

Via haptotherapie lukte het om in piepkleine stapjes contact en verbinding(en) te leggen met en in mijzelf. Ik leerde voelen dat mijn lichaam mij veel (onbewust) vertelt. Het vertelt me over wat ik wil, wat goed voelt en wat juist niet. Ook leerde ik naar deze signalen te handelen. Dat ging met ups en downs en van onbalans naar meer evenwicht. Steeds werd en wordt (de therapie volg ik nog steeds) er een proces in gang gezet en kom ik tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.

In 2016 werd ik voor de tweede keer opgenomen. Ik vertrok (met wederzijds goedvinden) bij de buitenschoolse opvang waar ik 8 jaar met kinderen had gewerkt. Ik vond een nieuwe baan en heb hier slechts 3 weken mogen werken. De vertrouwensbreuk met mijn vorige werkgever kreeg een naar staartje toen de nieuwe werkgever een referentie bij de vorige werkgever op vroeg. De betreffende leidinggevende had zich negatief over mij uitgelaten, met als gevolg dat mijn contract bij de nieuwe werkgever niet werd verlengd. (De reden waarom was onterecht en hier vloeide een juridische zaak uit). Ik kwam in de ziektewet terecht. Dit was dé klap die ik er niet bij kon hebben, een opname van enkele weken volgde.

Na de opname viel ik thuis in een zwart gat. Ik kreeg thuis begeleiding en toen het net heel slecht ging, kreeg ik de vraag: ‘Wat heb je nodig?’. Mijn eerste reactie was: ‘Iets creatiefs!’ Binnen 3 dagen was er een intake bij een creatief atelier voor twee middagen per week. Thuis creëerde ik ook een plekje om creatief bezig te kunnen zijn, mijn ‘Ateliertje’.

Door de opname werd ook het contact met mijn moeder beter. We groeiden dichter naar elkaar en durfden meer met elkaar te delen. Mijn moeder verdiepte zich in Verlaat Verdriet en ging beter begrijpen wat er in mij omging. Zij las alle boeken van Titia Liese en niet veel later zijn wij samen bij haar op bezoek geweest. Tijdens dat bezoek zijn we met z’n drieën, mijn wens, naar het Wilhelminabos gegaan. Naast de glasplaten hebben we eveneens de eik en de kastanjeboom opgezocht.

Film plaatsen van mijn ‘Papabeeld’.

Op 30 mei 2014 heb ik mijn ‘Papabeeld’ geplaatst in het Kaunertal. Tijdens het plaatsen van het beeld heb ik een opname gemaakt. Ik wilde een opname maken voor mezelf om nog een terug te kijken. Jaren later ben ik in de fase gekomen om deze bijzondere gebeurtenis met de buitenwereld te delen. https://www.youtube.com/watch?v=V0R3ubVOwFA

Vooruit; gaan, kijken, toekomst, ik als Ervaringsdeskundige gespecialiseerd in Verlaat Verdriet (leeftijd 38 – 40 jaar (2016-2019))

Nadat ik langzaam opkrabbelde van de opname, werkte ik hard aan mijn boek. Eenvoudig was dit niet. Toch voelde ik het helende effect en het vereiste meer verdieping. Tijdens mijn proces miste ik een voorbeeld wat andere mensen hadden ondernomen in hun herstel- en veranderingsproces. Aangezien ik tijdens mijn hele proces al mijn ervaringen beschreven had, besloot ik dat ik een voorbeeld voor anderen kan zijn. Deels werkte ik met Verlaat Verdriet (Ver)werkboek van Titia Liese. Ik stelde zelf een vragenlijst op en stuurde deze naar diverse personen per mail. De reacties die ik terugkreeg waren overweldigend en fijn om te lezen. De vele antwoorden kwamen overeen, gelukkig. Daarvan heb ik in eigen woorden een verhaal geschreven en dit weer ter controle naar diezelfde mensen gestuurd. Aanvulling na aanvulling kwam er binnen. Het was zo fijn om hiermee bezig te zijn. Ik kreeg steeds meer herinneringen uit het verleden terug. Naast herinneringen kreeg ik door mijn zoektocht ook steeds meer verbinding met mijzelf. Op 13 mei 2017, tijdens het symposium ZEER, presenteerde ik vol trots mijn boek met de titel ‘Papa, ik lijk op jou’ Mijn Verlaat Verdriet is veranderd, de altijd aanwezige afwezig van mijn vader blijft.

Niet alleen het maken van mijn boek, maar ook het meewerken als o.a. webmaster aan symposium ZEER, was bevorderend voor mijn herstel. Het symposium was vóór én dóór Verlaat Verdriet-ers die voor hun één en twintigste levensjaar één of beide ouders hebben verloren. Ik leerde hier veel mensen kennen, waardoor mijn netwerk vergroot werd. Dat ik in de organisatie zat en overal bij werd betrokken, was zeer leerzaam. Nog prettiger was dat ik niet de eindverantwoordelijk had. Door deze druk te niet hebben kon ik me focussen op mijn vele kwaliteiten en me nog verder ontplooien. Ik voelde mezelf groeien en sterker worden.

Na het verschijnen van mijn boek en na het symposium heb ik een reis met Titia gemaakt. Wij zijn samen naar ‘mijn’ Oostenrijk geweest en hebben daar onder andere het Kaunertal en mijn ‘Papabeeld’ bezocht. Dit was voor mij een zeer bijzondere ervaring Waar ik al jaren over vertelde, kon ik nu in het echt laten zien.

De reis met Titia was tevens het startpunt van Woord en Beeld. Wij maakten samen foto’s met als thema Verlaat Verdriet en iedere foto kreeg een andere naam. Door de foto’s ging ik anders kijken naar alles om mij heen. Tot op de dag van vandaag stuur ik Titia nog dagelijks een foto.

Inmiddels is Woord en Beeld uitgegroeid tot BeeldTaal; schrijven n.a.v. foto’s en schrijfuitnodigingen. Ik heb mij steeds weer aangeboden als testpersoon. Wederom merkte ik de helende kracht van schrijven. Regelmatig ging het om iets heel kleins, een kwestie van net een andere kant bekijken of een gebeurtenis uit het heden kunnen linken aan het verleden. Ik ben Titia zeer dankbaar dat ze mij continu in haar proces meenam en ik haar feedback en eventuele aanvullingen kon en mocht geven. De kansen die ik van haar kreeg heb ik met beide handen aangenomen. En als het even iets minder met mij ging durfde ik dat te delen. Hierdoor leerde ik steeds beter voor mijzelf op te komen en mijn grenzen aan te geven. Toch was dit niet altijd gemakkelijk, zeker niet als Titia iets in haar hoofd had en daar fanatiek mee aan de slag ging.
Zo maakten wij samen het boek ‘Gat in je ziel, helen door schrijven‘. Door een geweldige samenwerking kwam het boek in november 2018 uit. Ik kon gebruik maken van mijn creatieve kwaliteiten door o.a. de cover van het boek te ontwerpen. Drukklaar leverden wij het ruimschoots op tijd aan bij de drukkerij en zo konden we met een gerust hart aan onze kamelen-woestijnreis in Egypte beginnen. De reis door de Sinaï woestijn voelde als even helemaal terug naar de basis gaan. Nu kan ik nog meer waarderen wat ik thuis heb.

Dat ik iets met mijn kennis over Verlaat Verdriet wilde doen, werd mij na het symposium en mijn boek steeds duidelijker. Verlaat Verdriet is een thema dat bij vele hulpverleners nauwelijks bekend is, maar de gevolgen van jong ouderverlies kunnen enorm zijn. Door nauwelijks erkenning te krijgen bij professionals, kan dit een belemmerende werking hebben op het herstel van een Verlaat Verdriet-er.

Juist dit is één van de redenen geweest door te gaan met o.a. meer kennis rondom Verlaat Verdriet te verspreiden. Door mijn opleiding als Sociaal Pedagogisch Hulpverlener en door mijn eigen Verlaat Verdriet veranderings- en herstelproces aan te gaan, heb ik veel kennis in huis. Echter het stukje van ‘hoe mijn kennis het beste omzetten’ verdiende meer aandacht. Via de creatief therapeute kwam ik bij de Herstelacademie in Haarlem terecht, daar volgde ik de cursus Visueel dagboek, en in 2018 en 2019 volgde ik hier Werken Met Eigen Ervaring (WMEE) één en twee waar ik de kleine kneepjes van het vak leerde. Keer op keer gaf ik mijzelf de bevestiging dit is wat ik wil. Wederom merkte ik hoe onbekend Verlaat Verdriet is, het voelde bijna als een missie om bij WMEE één en twee het thema Verlaat Verdriet op de kaart te zetten. Volgens mij is dit gelukt. Bij presentaties voelde ik mij sterk en krachtig en ik wist waar ik het over had. Ik had geen enkele last van twijfel of onzekerheid. Ik stond er.

In juli 2019 volgde ik, als ervaringsdeskundige, i.p.v. deelnemer, de basisworkshop Verlaat Verdriet bij Titia. Het verschil was groot. Ik heb in de 5 tussenliggende jaren enorm veel goede stappen kunnen zetten en durven maken. Daar zou ik niet alleen trots op mogen zijn, ik denk dat ik daar ook trots op moet zijn.

Naast de twee genoemde boeken verschenen er diverse publicaties waar ik met plezier aan mee heb gewerkt. Ik leek de fase van schaamte over wat mij is overkomen voorbij te zijn en het delen ervan kreeg juist meer prioriteit. Ik werd steeds trotser dat ik het verander- en herstelproces aan ben gegaan en weet dat het zo veel brengt. Ik bedoel, ik heb mijn leven teruggewonnen; dat wil je toch uitdragen?

In juni 2019 wilde ik graag weer naar het Wilhelminabos. Het is voor mij een plek waar ik rust kan vinden. Het laatste bezoek aan de twee boompjes was in 2016, samen met mijn moeder en Titia, ben ik daar niet meer terug geweest. Op een bloedhete zomerse dag trok ik het stuk bos ‘bomen gepland in het jaar 2015′ in. Ik ben door de brandnetels, bramenstruiken en riet gegaan en vlakbij de twee boompjes geweest. Maar zelfs met de coördinaten kon ik ze niet vinden. Ik ben teruggegaan en bij het bordje ‘2015’ maakte ik een filmpje waarbij ik afsloot met de woorden; ‘het is goed zo’. En zo voelt het ook, het voelt alsof het zo goed.

Tussen het moment dat ik Titia heb leren kennen en nu is ons contact veranderd. Ik heb zo ontzettend veel van haar geleerd, dat is niet in woorden te beschrijven. Mede door haar heb ik geleerd vertrouwen in mijzelf te krijgen en in de mensen om mij heen. Als ik er even doorheen zat, kon zij precies de vinger op de pijnlijke plek leggen. Vaak begon de zin dan ‘Steef, weet je…’ Alle feedback van haar kan ik goed hebben. Soms had het even landingstijd nodig, maar bleken het dé woorden te zijn waar ik langere tijd naar op zoek was. De mooiste uitspraak van Titia kwam in het voorjaar van 2019, in een periode dat het wat minder ging; ‘Steef, het lijkt erop dat je van overleven naar leven gaat’. Ja precies, zo voelde ik dat ook. Door op deze wijze verder te kijken, schoven vele stukjes in elkaar. Hierdoor durfde ik ook steeds meer vergelijkingen te maken en vooruitgangen te bekijken. Wat lukte jaren geleden niet lukte en nu wel. Daar voelde ik mij echt sterker van worden en ik realiseerde me steeds meer wat ik allemaal door had gemaakt. Door mijzelf te analyseren en te monitoren leerde ik mijn valkuilen eerder herkennen en vervolgens daarop actie te ondernemen. Al met al een groei waar ik zeer terecht trots op mag zijn.

Het schrijven van mijn herstelverhaal in de zomer 2019 voelt als een cadeau aan mijzelf. Het was als terugkijken op jaren waarin ik het niet makkelijk heb gehad. Maar zie mij nu; ik heb al zo veel bereikt. Ik heb mijzelf echt leren kennen en kan steeds beter gebruik maken van mijn kwaliteiten.

Voor de toekomst hoop ik dat de stijgende lijn van de afgelopen 3 jaar zich doorzet. Helemaal klaar met mijn proces ben ik niet, ik vermoed dat ik voorlopig nog dingen tegen blijf komen die haperen. Ik weet nu dat het erbij hoort en ook dat het wel weer goed komt. Om me te kunnen blijven ontplooien, is goede zelfzorg belangrijk. Tijdig rust nemen en ik-tijd inplannen. Agenda niet te vol proppen en ruimte maken voor creativiteit. Ook jaarlijks een vakantie in Oostenrijk zodat ik steeds op 18 september een bezoekje aan mijn ‘Papabeeld’ kan brengen.

Al langere tijd wil ik een logo maken voor mijn werk als Ervaringsdeskundige, specialisatie Verlaat Verdriet. Tijdens de basis workshop Verlaat Verdriet kreeg ik de uitnodiging om iets te maken waarmee ik de verbinding met mijzelf leg. Bij creatieve therapie ben ik hier aan begonnen en paar weken later was het klaar. Vele losse stukjes die gescheurd waren, heb ik in laagjes opgebouwd en weer verbonden met elkaar. De cirkel is rond.

Film Wilhelminabos

Op 25.06.2019 bezocht ik het Wilhelminabos. Ik deed een poging de twee geplante boompjes te vinden. Helaas, niet gevonden ondank de coördinaten. Toch is het goed zo. https://www.youtube.com/watch?v=BdD9gT6fLHo

Film van mijn ‘Papabeeld’ in 2020

Op 18.09.2020, de geboortedag van mijn vader, was ik samen met mijn moeder in het Kaunertal. In de loop der jaren is mijn ‘Papabeeld’, door weersomstandigheden veranderd en meer een geworden met de natuur. Het beeld staat op een fijne en stille plek en doet me goed om er heen te gaan. https://www.youtube.com/watch?v=y5LWTeUjHfc

Doorgaan (leeftijd 41 – 43 jaar (2020-2022))

De pandemie is voor mij ook niet onopgemerkt voorbij gegaan. Het begin kan ik mij nog goed herinneren. We waren in Oostenrijk, donderdag 12 maart 2019, 18:50, en zaten in ons ‘stamrestaurant’ met een goede vriend. De eigenaresse (welke een week later met pensioen zou gaan) fluisterde wat in het oor van de vriend. Ik maakte nog de opmerking dat het niet netjes is om in gezelschap te fluisteren. Nog geen kwartier later sloeg het vakantiegevoel om toen het bericht kwam dat alle skigebieden werden gesloten en alle toeristen zo snel mogelijk naar huis moesten.

De eerste lockdown heb ik als fijn ervaren, al duurde het echte besef van het vertrekavontuur nog geruime tijd. In Nederland zijn en je gastenkaart die nog geldig was, niets eens op de ski’s hebben gestaan. De boodschappen, voor het eerst, online bestellen vanuit Oostenrijk omdat Nederland aan het hamsteren was. De eerste 3 maanden heb ik mij vooral creatief uitgeleefd. In heb een Corona-Art Journal bijgehouden met alle kranten artikelen. Iedere ochtend zat ik in mijn Atelier in de zon, iedere (na) middag lag ik met een boek of mijn cavia’s in de zon op bed. Deze structuur gaf mij rust en deed me goed.

Het moment dat alles langzaam weer open ging had ik meer moeite mee. Alsof mijn ‘ik-tijd’ werd afgenomen. Het was goed om weer onder de mensen te komen, maar diep in mijn hart verlang ik nog wel eens terug aan die tijd. Echter zaten mijn gedachten en zorgen ook bij een goede vriend die in deze periode besmet raakte met Corona. De kennis over het virus was er toen nog niet. Vlak voordat hij in slaap werd gebracht op de IC kon ik nog net vragen wie zijn contactpersoon was, vervolgens was het stil. Een spannende tijd brak aan. Gelukkig heeft hij het overleefd, maar heeft nog dagelijks te kampen met long-Covid. Wat ik heel bijzonder vond is dat ik heel dichtbij zijn herstelproces heb mogen staan. Dit heeft mede mijn kijk op de coronapandemie bepaald.

Enerzijds heeft de pandemie mij geremd in de verdere ontwikkeling als ervaringsdeskundige. Anderzijds heb ik geïnvesteerd in mijzelf. Ik heb mij onder andere verdiept in trauma gerelateerde dissociaties en de Polyvagaal theorie. Ik ben meer gaan schrijven en leerde mezelf nog beter kennen. Niet alleen kennen, maar vooral beseffen wat ik nodig heb om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren. Voor de eerste lockdown plande ik te veel op een dag of dagen achter elkaar. Nu ben ik mij bewuster geworden dat ‘ik-tijd’ heel belangrijk is voor mijn herstel.

De coronamaatregelen bleven in meer of mindere mate en leerde hier steeds betere mee omgaan. Al heb ik soms moeite als mensen de regels overtreden. Ik kan mij er dan zo in vastbijten dat het tegen mij gaat werken en ik er last van krijg.

In oktober 2021 maakte ik een hele bijzonder reis. Een reis waarna ik voor het eerst kon benoemen dat ik heimwee had. Deze reis had ik al eerder (2019) gemaakt, maar heel anders ervaren en op de terugweg werd het vliegtuig gemist. Dat was de reden dat ik direct zei dat als ik weer ga ik met de auto ga. Zo gezegd zo gedaan. Ik reisde via mijn geliefde Ehrwald. Het alleen zijn was bijzonder. Tijdloos leven en doen waar ik op dat moment behoefte aan had. Ik kwam los van Nederland. Enkele dagen later reisde ik door naar het Italiaanse Codiponte voor een schrijfretraite voor mensen die op jonge leeftijd een of beide ouders hebben verloren. In de ochtend een samen zijn onder begeleiding van Titia. In de middag ‘ik-tijd’. Tijd die ik gebruikte om de verhalen van de ochtend te verwerken. Wat mij vooral goed deed is dat ik mijn aantekening van de ochtend in de middag kon verwerken in mijn eigen verhaal. Wat mij wel moeite koste was de twijfel om iets wel of niet te delen. Toen ik dit eenmaal gedaan had viel er een last van mijn schouder en kon ik groei ervaren. Nog steeds denk ik met zeer warme en fijne gevoelens terug aan deze bijzondere reis, mijn weg naar liefde.

In januari 2022 kon ik voor het eerst weer skiën in Ehrwald. Eindelijk weer met mijn ski’s over de sneeuw racen. 2 jaar niet geskied en ik kon het nog.

Ook op creatief vlak heb ik mij de afgelopen twee jaar ontwikkeld. Ik ging steeds meer experimenteren met verschillende materialen en technieken. Ik werd designer bij Meaningful-Craftdesigns, experimenteerde er op los en zocht de grenzen en mogelijkheden van producten. In diezelfde periode zette ik een blogspot op: KnuffelArtRoom en sindsdien beschrijf ik alles wat ik maak.

In de periode van de pandemie ben ik bewuster gaan leven en geleerd (nog) beter naar mijn lijf te luisteren. Mijn leven gaat nog steeds met ups en downs, maar zijn veranderd. Mede doordat ik mijn wensen en grenzen duidelijker aan ben gaan geven en met voor mezelf op kom.

Film Wilhelminabos in Dronten

Met enige regelmaat bezoek ik het Wilhelmina bos in Dronten. Een bijzondere plek waar ik echt stilte kan vinden (en geen wifi bereik). Op 23.06.2020 maakte ik een filmpje op deze locatie. https://www.youtube.com/watch?v=XOAh0kQNt7U